
Jurisprudentie
AP0579
Datum uitspraak2004-04-07
Datum gepubliceerd2004-06-03
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers87923 HAZA 03-746
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2004-06-03
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureEerste aanleg - enkelvoudig
Instantie naamRechtbank Zwolle
Zaaknummers87923 HAZA 03-746
Statusgepubliceerd
Indicatie
Artikel 3:2 BW. Artikel 6:162 BW. Door brand verspreide asbestdeeltjes zijn zaken. Eigenaar van (afgebrand) pand waarin asbest was verwerkt, heeft onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig gehandeld jegens eigenaren van in de buurt van het pand gelegen percelen door niet zo spoedig als mogelijk tot verwijdering van asbestdeeltjes over te gaan, en is daarmee aansprakelijkheid voor kosten van opruimen van deze deeltjes.
Uitspraak
RECHTBANK ZWOLLE
sector civiel
enkelvoudige handelskamer
Zaaknr/Rolnr: 87923 HAZA 03-746
Uitspraak : 7 april 2004
V O N N I S
in de zaak, aanhangig tussen:
1. de besloten vennootschap JANCHO B.V.,
gevestigd te Staphorst,
2. de besloten vennootschap WAARDEN BEHEER B.V.,
gevestigd te Emmeloord,
eisers,
procureur mr. M.J. Seijbel,
en
3. de besloten vennootschap ALC ONROEREND GOED B.V.,
gevestigd IJsselmuiden, gemeente Kampen,
gedaagde,
procureur mr. H P. van der Veen.
Partijen worden hierna als Jancho, Waarden Beheer en ALC aangeduid.
PROCESGANG
De zaak is bij op 11 juni 2003 uitgebrachte dagvaarding en bij op 3 juli 2003 uitgebracht herstelexploit aanhangig gemaakt. Partijen zijn verschenen, waarna de volgende processtukken zijn gewisseld:
- een akte van de zijde van Jancho en Waarden Beheer;
- een conclusie van antwoord van de zijde van ALC;
- een conclusie van repliek van de zijde van Jancho en Waarden Beheer;
- een conclusie van dupliek van de zijde van ALC.
Ten slotte is vonnis bepaald.
CONCLUSIES VAN PARTIJEN
De vordering van Jancho en Waarden Beheer strekt er toe dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. ALC zal veroordelen om aan Jancho en Waarden Beheer te betalen het bedrag van EURO 6.159,76, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 oktober 2001, althans vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening; en
2. ALC zal veroordelen om aan Jancho en Waarden Beheer de volgens het gebruikelijke tarief te begroten bijdrage in de proceskosten te betalen.
Daartegen is door ALC verweer gevoerd met conclusie tot niet ontvankelijkheidverklaring in, althans afwijzing van de vorderingen, met hoofdelijke veroordeling van Jancho en Waarden Beheer in de volgens het gebruikelijk tarief te begroten proceskosten.
MOTIVERING
1 Vaststaande feiten
Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist - mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden - het volgende vast.
1.1 Op 1 augustus 2001 heeft er een grote brand gewoed in het voormalige Veilingcomplex aan de Spoortstraat te IJsselmuiden (hierna: Veilingcomplex), dat op dat moment in eigendom toebehoorde aan ALC. Het Veilingcomplex is door de brand volledig teniet gegaan.
1.2 De brand kan ALC niet worden verweten.
1.3 In de dakbeplating van het afgebrande Veilingcomplex waren asbesthoudende materialen verwerkt.
1.4 Op 2 augustus 2001 heeft de firma VKS Asbestsanering B.V. te Veghel (hierna:VKS) opdracht gekregen asbesthoudende materialen te verwijderen van het terrein (inclusief gebouw) aan de Veldoven 9 te IJsselmuiden. Het terrein is voor 40% eigendom van Jancho en voor 60% eigendom van Waarden Beheer en is gelegen in de nabijheid van het afgebrande Veilingcomplex.
1.5 Op 6 augustus 2001 heeft de gemeente Kampen Jancho aangeschreven. De gemeente Kampen schrijft onder andere:
"Op 2 augustus 2001 heeft een onafhankelijk bureau, Search Milieu b.v., namens de gemeente Kampen bepaald wat het verspreidingsgebied is van het asbest dat is vrijgekomen bij de brand in het (voormalig) veilingcomplex aan de Spoorstraat te IJsselmuiden. Het terrein aan de Veldhoven te IJsselmuiden, kadastraal bekend sectie K 00674 dat u in eigendom toebehoort, valt binnen dit verspreidingsgebied en is aldus verontreinigd met asbest. Daarom heeft de gemeente uw terrein van een omheining voorzien".
"Omdat het betreffende terrein is verontreinigd met asbest en er gevaar bestaat voor de veiligheid van, of nadeel voor de gezondheid van of hinder voor de gebruikers of anderen tengevolge van de verontreiniging wordt door u in onderhavige situatie gehandeld in strijd met artikel 5.2.2. lid 2 sub c van de Bouwverordening 2001".
Verder schrijft de gemeente Kampen dat Jancho het aanwezige asbesthoudende afval op haar terrein binnen twee dagen na verzenddatum van de brief door een KOMO gecertificeerd bedrijf moet laten verwijderen. Bij gebreke daarvan zal de gemeente Kampen bestuursdwang uitoefenen.
1.6 Op 8 augustus 2001 hebben Jancho en Waarden Beheer, handelend onder de naam Exploitatie & Beheer IJsselboulevard, ALC per fax aansprakelijk gesteld voor de gemaakte opruimkosten ten gevolge van vervuiling van haar terrein met asbestdelen.
1.7 Op 7 september 2001 heeft VKS een factuur gestuurd voor verrichte asbestsaneringswerkzaamheden ten bedrag van ƒ 13.574,32 inclusief BTW. De vervaldatum van de factuur is 7 oktober 2001. Blijkens de bij de factuur gevoegde tarieven- en kostenspecificatie heeft VKS haar werkzaamheden verricht in de periode van 4 augustus 2001 tot en met 10 augustus 2001.
1.8 De factuur van VKS is op 18 december 2001 voldaan ten laste van de rekening van Waarden Beheer B.V. eo, inzake IJsselboulevard Kampen.
2. Standpunten van partijen
2.1 Jancho en Waarden Beheer stellen dat ALC, ook al valt haar van de brand geen verwijt te maken, onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig jegens hen heeft gehandeld, door niet terstond nadat ze op de hoogte was van het feit dat zich asbestdelen van ALC op het terrein van Jancho en Waarden Beheer bevond, over te gaan tot verwijdering van de haar toebehorende asbestdelen. Het onrechtmatig handelen kan ALC worden toegerekend en zij dient derhalve de schade die daardoor is ontstaan, bestaande uit de schoonmaakkosten van ƒ 13.574,32 (EURO 6.159,76) inclusief BTW, te voldoen. Jancho en Waarden Beheer vorderen wettelijke rente vanaf 7 oktober 2001, zijnde de vervaldatum van de factuur van VKS, althans vanaf de dag der dagvaarding. Daarnaast vorderen ze veroordeling in de proceskosten.
2.2 ALC betwist primair, bij gebrek aan wetenschap, dat er asbest terecht is gekomen op het terrein van Jancho en Waarden Beheer. Subsidiair betwist ze de aansprakelijkheid voor de gemaakte schoonmaakkosten. Volgens ALC voldoen Jancho en Waarden Beheer niet aan de vereisten die voortvloeien uit de jurisprudentie dat ze als eigenaar van het lijdend erf de opdracht tot opruimen van asbest hebben gegeven en betaling van die werkzaamheden hebben gedaan. Bovendien is ALC niet aansprakelijk omdat zij niet verwijtbaar heeft gehandeld. De rechtsregel waarop Jancho en Waarden Beheer zich beroepen, waarbij verwijtbaarheid voor de brand niet is vereist, is in dit geval niet van toepassing omdat deze regel alleen ziet op zaken in de zin van artikel 3:2 BW. Asbestdeeltjes zijn, zo stelt ALC, geen zaken. Meer subsidiair betwist ALC de hoogte van de door Jancho en Waarden Beheer gevorderde schade.
3. Beoordeling van het geschil
3.1 Ten eerste zal de rechtbank ingaan op de vraag of ALC aansprakelijk is voor de kosten van het opruimen van de asbestdeeltjes, er voorshands vanuit gaande dat er na de brand van 1 augustus 2001 asbestdeeltjes, afkomstig uit het pand van ALC, terecht zijn gekomen op het terrein van Jancho en Waarden Beheer.
3.2 Daarvoor is van belang of de asbestdeeltjes zaken zijn in de zin van artikel 3:2 BW. De asbestdeeltjes die op het terrein van Jancho en Waarden Beheer terechtgekomen zijn zijn voor menselijke beheersing vatbare stoffen - op te pakken en op te ruimen - en kunnen derhalve worden gekwalificeerd als zaken in de zin van artikel 3:2 BW.
3.3 Ten aanzien van de aansprakelijkheid van ALC geldt dan, gelet op de jurisprudentie van de Hoge Raad, het volgende. De zorgvuldigheid die ALC in het maatschappelijke verkeer jegens de goederen van Jancho en Waarden Beheer in acht behoorde te nemen, bracht mee dat zij terstond, nadat zij op de hoogte was van het feit dat zich asbestdeeltjes op het terrein van Jancho en Waarden Beheer bevonden, maatregelen behoorde te nemen om aan die situatie, die inbreuk maakte op de eigendom van Jancho en Waarden Beheer, een einde te maken door de asbestdeeltjes te laten verwijderen. Daarvoor is niet van belang dat de aanwezigheid van de asbestdeeltjes op het terrein van Jancho en Waarden Beheer ALC niet verweten kan worden.
3.4 Voorshands uitgaande van de aanwezigheid van asbestdeeltjes op het terrein van Jancho en Waarden Beheer leidt de rechtbank uit een aantal feiten en omstandigheden af dat ALC kort na de brand wist, althans kon vermoeden dat het terrein van Jancho en Waarden Beheer was vervuild met asbestdeeltjes. ALC wist dat er in haar pand asbest was verwerkt. Kort na de brand is door de gemeente Kampen een omheining geplaatst rond het terrein van Jancho en Waarden Beheer, omdat het terrein binnen het verspreidingsgebied viel. Het verspreidingsgebied is op 2 augustus 2001 vastgesteld. Bovendien is door ALC niet betwist dat er door [directeur Waarden Beheer], directeur van Waarden Beheer, en de door ALC ingeschakelde verzekeringsexpert op 2 augustus 2001 is gesproken over het laten verwijderen van asbest van het terrein van Jancho en Waarden Beheer. Er mag vanuit worden gegaan dat de verzekeringsexpert dit ook met ALC heeft besproken.
3.5 Gelet op bovenstaande en het feit dat asbest gevaar kan opleveren voor de gezondheid en de veiligheid, had het op de weg van ALC gelegen om zo spoedig mogelijk, op of rond 2 augustus 2001, op eigen initiatief maatregelen te nemen tot verwijdering van de asbestdeeltjes. VKS is op 4 augustus 2001 met haar opruimwerkzaamheden begonnen. Niet is gesteld noch is gebleken dat ALC vóór die tijd of daarna enige actie jegens Jancho en Waarden Beheer heeft ondernomen. Daarmee heeft ALC onzorgvuldig en derhalve onrechtmatig jegens Jancho en Waarden Beheer gehandeld. Zij is in beginsel aansprakelijk voor de gemaakte kosten van opruimen van de asbestdeeltjes.
3.1 De aansprakelijkheid van ALC geldt alleen jegens de eigenaren van het terrein waarop de asbestdeeltjes terechtgekomen zijn en alleen voor zover de eigenaren schade hebben geleden. ALC is jegens Waarden Beheer voor 60% aansprakelijk voor de schade en jegens Jancho voor 40%, nu zij voor die delen eigenaar zijn van het terrein. De gevorderde kosten van opruiming ad ƒ 13.574,32 (EURO 6.159,76) zijn op 18 december 2001 betaald ten laste van een rekening op naam van Waarden Beheer eo, inzake IJsselboulevard Kampen. Jancho en Waarden Beheer hanteren gezamenlijk de handelsnaam Exploitatie & Beheer IJsselboulevard. Hoewel het niet expliciet staat aangegeven begrijpt de rechtbank de laatste zin van punt 13 van de conclusie van repliek aldus dat Jancho en Waarden Beheer stellen dat de rekening die belast is voor de factuur van VKS een gezamenlijke rekening betreft. Die stelling is door ALC niet voldoende gemotiveerd betwist. Daarmee staat vast dat Jancho en Waarden Beheer gezamenlijk de kosten van het opruimen van de asbestdeeltjes hebben voldaan. Beiden hebben schade geleden.
3.7 Vervolgens zal de rechtbank ingaan op het primaire verweer van ALC inhoudende dat er geen asbestdeeltjes op het terrein van Jancho en Waarden Beheer zijn terechtgekomen. Vast staat dat er asbest was verwerkt in het Veilingcomplex dat bij de brand op 1 augustus 2001 totaal is verwoest. De gemeente Kampen heeft door het bureau Search Milieu b.v. het verspreidingsgebied van het asbest dat is vrijgekomen bij de brand laten vaststellen. Het terrein van Jancho en Waarden Beheer viel binnen het verspreidingsgebied. De gemeente Kampen heeft dat bij brief van 6 augustus 2001 aan Jancho bevestigd en daarin twee keer expliciet aangegeven dat het betreffende terrein met asbest was verontreinigd.
Bovendien zijn door VKS op het terrein van Jancho en Waarden Beheer, na de brand, asbestdeeltjes verwijderd. Dit kan worden afgeleid uit de toelichting op de factuur van VKS van 7 oktober 2001. Onder andere blijkt daaruit dat asbestsaneerders hebben gewerkt en dat er een zuig- en veegwagen is ingezet. De rechtbank heeft geen reden om aan te nemen dat, zoals ALC ongemotiveerd suggereert, de asbestsaneerders waarschijnlijk gewoon zijn gaan vegen en zuigen, zonder dat duidelijk was of er asbest aanwezig was.
Tot slot stelt ALC dat een groot deel van het asbest na de brand op het terrein van ALC moet zijn gebleven. Dit sluit niet uit dat er asbestdeeltjes op het terrein van Jancho en Waarden Beheer zijn terechtgekomen.
3.8 Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden acht de rechtbank voorshands bewezen dat het terrein van Jancho en Waarden Beheer na de brand van 1 augustus 2001 vervuild is geraakt met asbestdeeltjes afkomstig uit het pand van ALC. Gelet echter op de gemotiveerde betwisting en het bewijsaanbod van ALC zal zij in de gelegenheid worden gesteld om hiervan tegenbewijs te leveren en zich bij akte uit te laten over de vraag of en zo ja, op welke wijze zij tegenbewijs wenst te leveren.
3.9 Verder houdt de rechtbank iedere beslissing aan.
BESLISSING
ALC wordt toegelaten tegenbewijs te leveren tegen de voorshands bewezen geachte stelling dat er na de brand van 1 augustus 2001 asbestdeeltjes, afkomstig uit het pand van ALC, terecht zijn gekomen op het terrein van Jancho en Waarden Beheer.
De zaak zal weer worden opgeroepen op de rolzitting van woensdag 28 april 2004 voor akte uitlating als bedoeld in rechtsoverweging 3.8 van de zijde van ALC ambtshalve peremptoir.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Aldus gewezen door mr. A. A. Renken en in het openbaar uitgesproken op woensdag
7 april 2004 in tegenwoordigheid van de griffier.